Description
In Hebreeën 6:1-2 vinden we een opsomming van de zes grondbeginselen van het christelijk geloof. Nummer vijf in dit rijtje is het opleggen van handen, een belangrijke instelling van God, bedoeld om Zijn kracht aan elkaar door te geven. Dit boek is weer zo’n typische, compacte studie van Derek Prince, die de Bijbelse praktijk van handoplegging grondig uitlegt en toelicht. We zien hoe, wanneer en waarom Nieuwtestamentische christenen elkaar de handen oplegden: om genezing mee te delen, om de kracht van de Geest over te dragen, om diakenen aan te stellen, om apostelen en oudsten te bevestigen, en om geestelijke gaven door te geven.
Deze voorbeelden motiveren je om – niet lichtvaardig of zoals de Bijbel het noemt ‘overijld’ -maar wel vrijmoedig, geleid door de Geest en vanuit een nederig hart, de praktijk van handoplegging ook vandaag te gebruiken om Gods kracht door te geven in de gemeente.